GERBRUIK VAN BAKSTENEN, METSELVERBANDEN EN KEUZE VAN DE MORTEL

VERBRUIK BAKSTEEN

Het aantal wordt gegeven voor een enkelvoudige wand (de dikte van de muur = de breedte van de baksteen) in halfsteensverband met horizontale en verticale voeg van 12 mm. De resultaten van een theoretische berekening van de nodige mortelhoeveelheid vindt men in de laatste kolommen.

METSELVERBANDEN

Hoewel in de huidige bouwwereld voornamelijk het halfsteensverband gebruikt wordt, kunnen ook andere verbanden
toegepast worden. Uit de jarenlange praktijk van de volle muur in metselwerk zijn een aantal constructieve regels
gegroeid voor metselverbanden.

Regels
Het metselverband moet voldoen aan volgende voorwaarden:
• De verticale voegen van twee opeenvolgende lagen verspringen ten opzichte van elkaar minstens h/4
(h = hoogte van een laag) met een minimum van 4 cm. Indien hiervan wordt afgeweken, moet gewaakt worden
over de stabiliteit van het geheel.
• Nooit mogen baksteenbrokstukken gebruikt worden waarvan de hoogte aan de lengte of de breedte overtreft
(voornamelijk bij belang van openingen).
• Het is af te raden in één en hetzelfde metselwerk verschillende soorten metselstenen te verwerken.

Enkele types metselverbanden

Strekverband of halfsteensverband of Grieks verband
De verticale voegen verspringen met de helft van de baksteenlengte.
Kwart-strekverband of klezorenverband
De verticale voegen verspringen op ¼ of ¾ van de baksteenlengte.
Staand verband
Het metselwerk bestaat uit opeenvolgend een laag koppen en een laag strekken.
Kettingverband
Alle lagen bestaan uit opeenvolgend een kop en 2 strekken.
Vlaams verband
Alle lagen bestaan uit opeenvolgend een strek en een kop.
Wildverband
Het metselwerk bestaat uit een willekeurige opeenvolging van koppen, strekken en klezoren.

KEUZE VAN DE MORTEL

Voor de juiste keuze van de mortel voor elke toepassing moeten de prestaties van de mortel in overeenstemming worden
gebracht met de eigenschappen van de baksteen. Het gaat hier in eerste instantie om het watervasthoudend vermogen
van de mortel. Ten tweede volgen uit de constructieve bereke-ningen van de architect/constructeur eisen t.a.v. de druksterkte
waaraan de mortel moet voldoen.

Het is daarenboven logisch dat de druksterkte van de mortel in overeenstemming is met die van de bakstenen.
In NBN 14-001 (ingetrokken) werden volgende aanbevelingen gegeven. Deze aanbevelingen worden eveneens gegeven
in Eurocode 6: EN 1996.

Tabel 2: Aanbevelingen keuze mortel

De keuze van de mortel hangt ook af van het type metselwerk. De Nederlandse norm NEN 3835 raadt aan:

Tabel 3: Keuze mortel i.f.v. toepassing

BROCHURES

 Ontwerpen met dilatatieadvies

INFORMATIEBLADEN

KNB 01 Algen en mossen

0+
VERKOCHTE STENEN
0+
AFGERONDE PROJECTEN
0+
BAKKIES KOFFIE GEDRONKEN